Over de Koninkrijksrechtkring

Deze site gaat uit van de Koninkrijksrechtkring en heeft tot doel informatie over het koninkrijksrecht te verzamelen, toegankelijk te maken en ook te vermeerderen en te intensiveren.

Het is een archief: een plaats waar informatie kan worden gevonden, zoals zij is gerangschikt volgens thema’s die samen het koninkrijksrecht in brede zin beschrijven, althans voorzover dit in de actualiteit wordt bediscussieerd.

Het is ook een tijdschrift: het is de bedoeling dat we periodiek artikelen publiceren die de kennis over het koninkrijksrecht bevorderen en intensiveren.

En het is een ontmoetingsplaats voor discussies over actuele onderwerpen die inzicht geven in de werking van het koninkrijksrecht.

Onder het koninkrijksrecht verstaan we hier de staatkundige verhoudingen tussen het Koninkrijk en de Caribische landen, tussen Nederland en de Caribische landen, tussen Europees en Caribisch Nederland. Ook de toepasselijkheid van het internationale recht in de Caribische delen van het Koninkrijk en de verhouding van die delen tot de Europese Unie behoren daartoe.

De site en de Kring zijn bestemd voor iedereen die zich professioneel of uit belangstelling met het koninkrijksrecht bezig houdt, dat wil zeggen, ambtenaren, advocaten, rechters, wetenschappers en andere juridische professionals en een ieder die informatie over dit recht in de praktijk kan gebruiken, zowel in het Europese deel van Nederland als in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en in Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Zij vormen ook een middel om juridische professionals met elkaar in contact te brengen en zo tot meer inzicht en wellicht meer consensus te komen over de inhoud van het koninkrijksrecht.

Het Koninkrijk als verdragspartij: Jurisprudentie

Het Koninkrijk als verdragspartij: Kamerstukken

  • Kamerstukken II 2008/09, 32047, nr. 3. Wet houdende goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging van verdragen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
  • (In deze wet wordt het Handvast inzake lokale autonomie (Straatsburg, 15 oktober 1985 (Trb, 1987, 63) goedgekeurd met het oog op het voornemen de toepassing ervan uit te breiden tot Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
  • Kamerstukken II 2009/10, 32415 (R 1915).
  • Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet).
  • Handelingen II 2015/16, nr. 82
  • Regeling van werkzaamheden; Lid Bosman vraagt debat met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de consequenties van de uitspraak van het Europees Hof van de rechten van de mens in de zaak Murray voor het Statuut.

Het Koninkrijk als verdragspartij: Wetgeving

  • Trb. 1951, 131
  • Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
  • Stb. 1994, 542 Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen.
  • Stb. 2010, 348.
  • Wet van 17 mei 2010, houdende goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging van verdragen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Het Koninkrijk als verdragspartij: literatuur

  • C. Borman, Het Statuut voor het Koninkrijk, Deventer: Kluwer 2012, p. 139-146.
  • L.L.A. Broekhuijse, ‘Gelijkheid en differentiatie: naar een ‘BES-doctrine’?’, Staatsrechtconferentie Nijmegen, 18 december 2015.
  • W.H. van Helsdingen, Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Wordingsgeschiedenis, commentaar en praktijk, ‘s-Gravenhage, 1957, p. 318-324.
  • S. Hillebrink, A. Roos & L. Verhey, ‘Een nieuwe rechtsorde binnen Nederland’, Nederlands Juristenblad 2011/519, p. 7.
  • S. Hillebrink, ‘De implementatie van verdragen binnen het Koninkrijk’, in: H.M. Breunese, W.J. Pedroli & P.C.D.F. van Sasse Ysselt (red.), Het schip van Staat, Liber amicorum René Mazel, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2011, p. 133-149.
  • H.G. Hoogers, ‘De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef’, Tijdschrift voor Constitutioneel Recht oktober 2010, p. 395-397.
  • H.G. Hoogers, ‘De gelding en werking van volkenrechtelijke verplichtingen in de Caribische delen van het Koninkrijk’, Staatsrechtconferentie Nijmegen: 18 december 2015, p. 1-6.
  •  L.J.J. Rogier, Beginselen van Caribisch Staatsrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2012, p. 197-208.

Het Koninkrijk als verdragspartij

Verdragen zijn alle overeenkomsten die volgens volkenrechtelijke criteria voor het Koninkrijk bindend zijn. Een verdrag kan betrekking hebben op een Koninkrijksaangelegenheid of op een eigen aangelegenheid van de landen. Het sluiten van een verdrag of het binden van (een deel van ) het Koninkrijk is altijd een activiteit op het terrein van de buitenlandse betrekkingen en dus een Koninkrijksaangelegenheid. Alleen het Koninkrijk is volkenrechtelijk rechtssubject en bezit de verdragsluitende bevoegdheid. De afzonderlijke landen hebben die bevoegdheid niet. Indien een verdrag een eigen aangelegenheid van de landen betreft , treedt het Koninkrijk door het verdrag te sluiten in de autonome sfeer van de landen. Artt. 24-28 Statuut waarborgen de autonomie van de landen bij het sluiten van verdragen.[1] De beslissing of een verdrag zal gelden voor de Caribische landen wordt genomen in de Rijksministerraad. Meestal wordt de wens van de regering van het betrokken land gevolgd maar soms vloeit uit het Statuut voort dat een verdrag voor alle vier de landen verbindend moet zijn. Dit is het geval als het verdrag een Koninkrijksaangelegenheid betreft waarbij alle landen betrokken zijn of als het onderwerp van het verdrag de verbondenheid van de landen raakt. Dit laatste kan zich bijvoorbeeld voordoen op het gebied van mensenrechten. Bij verschil van mening tussen de landen is de conflictenregeling van art. 12 Statuut van toepassing. Op de categorie verdragen die van economisch-financiële aard is, is art. 25 lid 1 van toepassing. Een Caribisch land wordt niet gebonden aan een economisch of financieel verdrag indien de landsregering zich daartegen verklaart onder mededeling van de gronden waarop zij van de binding benadeling van het land verwacht.[2] Een vergelijkbare bepaling geldt voor de opzegging van deze verdragen op grond van art. 25 lid 2.

Voor de BES-eilanden geldt de Wet goedkeuring en opzegging van verdragen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.[3] De wet heeft betrekking op verdragen waarvoor geldt dat ze na invoeging in Nederland gelding krijgen of dat ze na de invoeging geen gelding meer hebben.[4] In artikel 1 en 2 van de wet worden de verdragen opgesomd die voor de BES-eilanden van kracht worden of juist hun werking verliezen.[5]

[1] Borman, Het Statuut voor het Koninkrijk, Deventer: Kluwer 2012, p. 139. Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2015/06/05/het-koninkrijk-der-nederlanden-een-koninkrijk-vier-landen-europees-en-caribisch

[2] Ibid. p. 141.

[3] Kamerstukken II 2008/09, 32047, nr. 3. (Stb. 2010, 348).

[4] Ibid. p. 1-2. Zie ook: H.G. Hoogers, ‘De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef’, Tijdschrift voor Constitutioneel Recht oktober 2010, p. 395-397.

[5] In art. 1 worden 77 verdragen goedgekeurd met het oog op het voornemen de toepassing ervan uit te breiden tot de BES-eilanden. In art. 2 worden 2 verdragen opgezegd.